DE CHOCOHOORNTJES VAN BAKKER WAKKER
Laatst was ik met mijn drie-jarige dochter op de fiets op weg naar de bakker. Ik voorop en zij achterop in het kinderzitje. Voor haar zou het de eerste keer worden dat zij alleen de bestelling zou doorgeven. Onderweg werd meermaals de bestelling doorgenomen om mama thuis niet teleurtestellen met de verkeerde broodjes. Trots gaf zij dan met enige hapering de bestelling door. Daarna mocht ze een verrassingsei uit de vitrine nemen. Onderweg was ze al begonnen met het chocolade eitje en dat heb ik gemerkt toen ik thuis was aangekomen. Haar hele gezicht en het hele zitje zat vol chocolade. Daar zou mama blij mee zijn. Dit herinnerde me aan mijn eerste keer dat ik alleen naar de bakker ging.
Het was een mooie zomerdag in 1978 toen mijn moeder mij de opdracht gaf samen met mijn zus wat brood te kopen bij de bakker. Ze zei dat er een bakker was aan de Klazienaveensestraat (nu Oosterveldsestraat) direkt naast het pompstationnetje van de gebroeders Fühler, die op de hoek stond van de T-splitsing met de St-Gerardusstraat.
Aangekomen in het pitoreske winkeltje viel me direct de glazen vitrine op, waarachter het lekkere banket was geëtaleerd. Ik had jammer genoeg alleen de opdracht wat bruin brood te kopen, maar mijn gedachten gingen alleen maar naar die zoete taartjes en lekkere puddingbroodjes die daar achter het glas lagen te pronken. De verkoopster vroeg wat het mocht zijn en ik antwoordde ietwat teleurgesteld: “alstublieft twee tarwe broden”. Bij het snijden van de broden viel mijn blik weer op de vitrine en daar zag ik ze. Het waren kleine heldere bruine hoorntjes, zo groot als een duim, die een hoedje hadden van donkere chocolade.“ Hoe die wel zouden smaken?” Alstublieft jonge man. Twee tarwe broden. Jullie lusten beslist wel onze chocohoorntjes? Ik dacht:" zou ze die lekkere hoorntjes bedoelen waar mijn gedachten al die tijd naar toe gingen?" En ja hoor, ze pakte voor ons precies die! Dit was wel het meest ultieme smaakgenot dat ik tot dan toe had beleefd in mijn korte 5-jarig bestaan.
Het was het volgende weekend dat mijn moeder me vroeg weer wat brood te kopen bij de bakker. Natuurlijk zei ik daar geen nee tegen, wetende dat je bij “Bakker Wakker” dat lekkere chocohoorntje zou krijgen. Samen met mijn zus gingen we dit keer met de fiets op weg naar de bakker. Mijn zus voorop en ik achter op de pakjesdrager. Na het kopen van ons brood kregen we dan eindelijk dat lekkere hoorntje!
Ik stelde voor dat ik de terugweg wel voorop zou kunnen fietsen en mijn zusje achterop. Ik had immers vorige week leren fietsen. Mijn grote broer en zijn vriend hadden mij in een zijstraatje van de Willem Grolstraat een paar keer op en neer laten fietsen. Nadat ik het uiteindelijk had gehaald één keer het straatje zonder te vallen door te fietsen, vonden mijn broer en zijn vriend het wel voldoende om mij in de gevaarlijke straten van Barger-Oosterveld los te laten. Het bochtenwerk had ik tot nu toe nog niet geleerd, maar dat kon toch niet zo moeilijk zijn. Mijmerend nog over die lekkere hoorntjes en mijn zusje achterop moest ik van de St. Gerardusstraat links de Beng! Ik werd van de zijkant gepakt door een van rechts komende wielrenner. En daar lag ik met mijn goed gedrag, mijn linkerbeen, iets boven mijn knie volledig open gesneden door de scherpe tandwielen. Ja….hoogmoed komt ten val maar het chocohoorntje had ik gelukkig al naar binnen gepropt! Willem Grolstraat inslaan. Dit zou dan mijn eerste bocht worden. En toen….
Leonardus